Op 17 juni 1994 ontvangt Tonegido een brief van Ajax, getekend door Gerard van der Lem. De vraag luidt of Tonegido 1 in het seizoen 1994-1995 tegen Ajax 2 wil uitkomen. In station De Meer of het Olympisch stadion. Ajax wil tegen elke club uit de hoofdklasse A gaan spelen. Dat zal gebeuren in de maanden september, oktober, november, en in de periode februari, maart, april. Tonegido moet voor 1 augustus laten weten of er belangstelling is.
Op 24 juni 1994 laat Tonegido weten dat men tegen Ajax 2 wil aantreden. Kort daarop komt er van directeur betaald voetbal, A.P.M. van Gaal, een nieuwe brief met als kop Ajax Challenge Toernooi. De drie teams die tegen Ajax 2 het beste resultaat halen krijgen: 2000 gulden plus een Umbro-kledingset voor het hele team (nummer 1), 2000 gulden (nummer 2), 1000 gulden (nummer 3).
Als beste resultaat geldt het doelsaldo, eventueel aangevuld met het meest gescoorde aantal goals. Dus is 3-4 beter dan 0-1, aldus Van Gaal. Is ook dat niet doorslaggevend dan geldt een gelijk spel, ook weer met het meest gescoorde aantal goals.
Het schema meldt dat Tonegido de serie start. Op 15 september 1994 treedt het eerste in De Meer aan tegen Ajax 2, aanvang 19.30 uur. Na afloop van de wedstrijd is er voor de selectie (20 personen) koffie/thee en broodjes. Het duel eindigt in 1-1. (Helaas zijn er geen nadere gegevens bekend, red.)
Op 16 december 1994 ontvangt Tonegido bericht over de andere duels in de serie, verspeeld in 1994. Ajax 2 won alle vier andere wedstrijden: 9-1 tegen UVV, 4-0 tegen Alphense Boys, 2-0 tegen OSV, 6-5 tegen AFC. Op de kalender voor 1995 staan nog duels tegen ADO’20, UVS, ADO, Papendrecht, Holland, Hollandia en Xantos.
Hoe het Challenge Toernooi is afgelopen is helaas onbekend. Wel staat vast dat Tonegido onder andere speelde tegen Finidi George en Nwankwo Kanu. Andere spelers op het wedstrijdformulier waren: Olaf Lindenbergh, Sonny Silooy, Mendel Witzenhausen, Kiki Musampa, Nordin Wooter, Martijn Reuser, Clyde Wijnhard, John Heitinga, Diego Biseswar, Urby Emanuelson, Fred Grim, Jeroen Verhoeven.
